Ook in Colombia draait het uiteindelijk om de wisselkoers

Het bezoek aan Colombia zit erop. Wat rest is de lange vlucht naar huis. Mijn indruk van een bezoek aan Proflora en farm visits is dat het de bloementeelt in het land erg goed gaat en dat ze veel voor het land betekent. In economische en sociale zin.

De laatste morgen van mijn bezoek toog ik met twee journalisten uit de Verenigde Staten naar Alexandra Farms. Het was een machtig bezoek aan een kwekerij in de savannah ten noorden van Bogota. Het bedrijf heeft drie locaties en teelt sinds 2006 tuinrozen als snijbloem. Onder meer David Austins en rozen van Nederlandse, Japanse, Franse en Duitse veredelaars, verdeelt over vier collecties. De rozen worden verkocht naar Noord-Amerika, Europa en Japan.

We kregen een rondleiding van de eigenaar Jose ‘Joey’ Azout door de kassen en de verwerkingsruimte. Later kom ik nog uitgebreid terug op Alexandra Farms (vernoemd naar de dochter van Joey). Voor nu enkele opvallende karakteristieken van het bedrijf.

Een ervan is dat een comité van de werknemers heel hard nagedacht heeft over de meest efficiënte manier van verwerking van de rozen in de schuur. „Onze eigen werknemers zagen details die op een hoger niveau in het bedrijf niet gezien worden”, vertelde Joey.

Een probleem was bijvoorbeeld dat de rozen die naar Holland getransporteerd worden, veel blad verloren doordat de stelen uit een grote bundel werden getrokken. En juist Holland wil dat het blad eraan blijft zitten. Een ander probleem was dat er redelijk wat rozen weggegooid moesten worden doordat ze beschadigd raakten tijdens de verwerking.

Nu behoort dat dankzij de nieuwe manier van verwerken tot het verleden. Een bos met rozen wordt rechtop voor de verwerkers neergezet en ze hoeven een roos niet meer van boven uit een bundel te trekken, maar kunnen nu gewoon de voorste pakken zonder de rest te beschadigen. Voorheen beschadigde 7% van de rozen, nu is dat 2%. Grootste winst van het nieuwe systeem is hogere productiviteit van de verwerkers. In vakjes in een tafel hebben de – veelal dames – alle benodigdheden bij de hand. Een zoektocht door de schuur naar elastiek of een etiket behoort tot het verleden.

Een ander detail is dat de naam van de ‘bosser’ op de binnenkant van het karton, dat de rozenknoppen beschermt, komt te staan. Weer een ander detail zijn de vlaggen van landen die aan het plafond hangen en de posters van blijde mensen aan de muur. Joey: „De werknemers staan aan een assemblagelijn en weten niet waar de rozen heen gaan en wat ermee gedaan wordt. We willen dat ze zich dat wel realiseren.”

Terug in de auto vertelde Joey dat hij twee jaar in Amsterdam-Zuid heeft gewoond, met vrouw en kinderen. Hij sprak met veel enthousiasme over tripjes naar Maastricht, de Waddeneilanden en de Alkmaarse kaasmarkt. Zo leer je je eigen land weer waarderen. Op een gegeven moment bracht hij zelfs het Sinterklaasfeest ter sprake. Heel bijzonder om op weg naar Proflora in Bogota met een Colombiaan over de zwarte pieten discussie in Nederland te praten.

Na een bezoek aan Proflora zit mijn bezoek er op. Ik heb dankzij het beursbezoek en de farmvisits een goed beeld weten te krijgen van de Colombiaanse sierteelt. Mijn indruk is positief. De sierteelt betekent veel voor het land. Het geeft een toekomst aan honderdduizenden mensen. Bovendien is de concurrentiepositie van Colombia sterk. Toen het slecht ging vanwege de sterke peso en de Amerikaanse crisis hebben ze bovendien hun risico’s verspreid over diverse afzetlanden. En ze zijn efficiënter gaan werken.

Nu de peso al een aantal jaren zwakker staat ten opzichte van de dollar maken ze geld. Als journalist zoek je uiteraard ook naar de bedreigingen van een sector, maar veel heb ik er niet kunnen vinden. Ieder land heft gevaarlijke gebieden en het is overal lastig om genoeg werknemers te krijgen.

Feit blijft wel dat de toekomst van de Colombiaanse sierteelt grotendeels af hangt van de wisselkoersen. Maar ook daarvoor geldt: waar is dat niet het geval?

Arie-Frans Middelburg

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties