Opgelucht

’En, heb je al wat gevonden?’ Ik kijk hem hoopvol aan en neem voorzichtig een slokje koffie.

’Ja, ik denk het wel. Even wat solderen aan dit draadje en dan vermoed ik dat hij het weer doet. Het zat een beetje te rommelen daar.’ Ik haal opgelucht adem. Dat scheelt weer.

Ik wist het gewoon. De dag daarvoor ging om onverklaarbare redenen opeens het licht uit in een afdeling. Eventjes maar. Nog geen halve minuut. Toen floepte het weer aan. Alsof de klimaatcomputer een hikje had. En dan weet je gewoon, er is meer aan de hand. Zoiets staat niet op zichzelf.

En ja hoor, de andere dag. Alarm. Tien seconden. En weer uit. En vijf minuten later weer. En nog eens. Klimaatcomputer gereset. Televideomonitor (ja, ik ben van de oude stempel) nog weer eens uit- en aangezet. Maar het hielp allemaal niks. Integendeel, nu kwamen er opeens ook Arabische tekens op het scherm. ISIS? Al Qaida? Het zweet brak me uit. O nee, een klimaatcomputer uit de prehistorie kun je niet hacken op afstand. Daar heb je minstens een telefoonverbinding voor nodig.

Toevallig had ik ook een kapotte EC-meter, dus de monteur zou al komen die morgen. Toch maar even gebeld met de mededeling dat ook de klimaatcomputer kuren vertoonde, wellicht kwam de hulp dan sneller. ’Jaja, ik heb het genoteerd. Hij komt er zo aan.’

Ik vind het altijd zo geruststellend als er dan een servicemonteur binnenstapt die uitstraalt dat alles onder controle is. Kent u het? Net als dat je met autopech aan de kant van de snelweg staat en de Wegenwacht komt eraan. ’Zo, zeg het eens meneertje, wat is er aan de hand?’ En dat dan binnen een mum van tijd de boel weer draait. Echt, gelukkiger kun je me niet krijgen. Het is ook de enige reden waarom ik de Kampioen van de ANWB lees. Die column van wegenwachter Gijsbert Pronk. ’Kijk, het nippeltje van dit nokkenasje! Dat was de boosdoener!’ Heerlijk.

Terwijl de monteur aan het solderen is hebben we het over het Televideosysteem. ’Wees er maar zuinig op. Ze zijn er haast niet meer. En als je iets anders moet ben je een stuk duurder uit.’ Ik weet het. Maar voorlopig zijn we weer gered, denk ik opgelucht.

Waren er maar servicemonteurs gespecialiseerd in wereldproblemen…