Opvolging

Elk jaar wordt hij er weer door overvallen. Of het in het donkere weer zit of gewoon omdat de dagen korten, hij weet het niet precies.

Een somberte die tot in zijn botten voelbaar is. Zijn vrouw merkt het ook aan hem. Dan is hij kortaf tegen haar. Gelukkig gaat het ook vanzelf weer over. Straks, na oud en nieuw.

Waar het hem in zit? Vertel het maar. Zijn gezondheid is goed. Nooit ziek. Ja, af en toe eens een verkoudheid. Een dagje thuis omdat zijn maag van streek is. Maar in bed houdt hij het ook niet uit. Opknappen doe je toch het best in de kas. Tussen je bloemen.

Hij heeft ook geen zorgen om zijn bedrijf. Alle rekeningen zijn weer betaald en er is zelfs nog wat over. Wat wil je nog meer? Natuurlijk zijn er weleens moeilijke jaren geweest, maar hebben ze er ooit een boterham minder om hoeven eten? Nooit. Nee, wat dat betreft voelt hij zich bevoorrecht. Dankbaar ook. Onwillekeurig vouwt hij z’n handen.

En voor de toekomst hoeft hij ook geen zorgen te hebben. Zijn zoon staat klaar om het van hem over te nemen. Die wil wel. Vol met plannen. Hij moet er weleens om lachen. Herkent het enthousiasme. Zo was hij zelf ook. Dit zou hij anders gaan doen. Dat beter.

Ja, dat was vroeger. En opeens beseft hij dat dit misschien wel de oorzaak van zijn neerslachtige buien is, zo eind december. Want als hij eerlijk is, hij zit niet meer zo boordevol met plannen. Altijd is er wel dat stemmetje in zijn hoofd dat vraagtekens zet bij nieuwe ideeën. ’Zou je dat wel doen?’

Dat is het nadeel van al jaren meelopen. Dan weet je dat niet elke opborrelende gedachte even succesvol is. Er zit een hoop kaf tussen het koren. En de wereld van nu is toch al zo hyperig. Iedereen rent achter iedereen aan. Zelf nadenken ho maar. Hij hoort het zijn vader nóg zeggen: ’Je moet je goochem gebruiken!’ Haha, hij moet opeens weer lachen.

Ja, daar knap hij zowaar een beetje van op. Heeft hij zelf ook niet z’n fouten moeten maken om wijzer te worden? Daar is niks mis mee. Jongeren hebben de toekomst. Vers bloed is goed. En hij kan toch altijd nog een oogje in het zeil houden? Straks in januari toch maar eens werk maken van een gesprek over bedrijfsopvolging.

’Zo, wat loop je te fluiten?’