De plantaardige keuringsdiensten, waaronder Naktuinbouw, lijken de dupe te worden van misstanden in de vleessector. Dat stelt Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber (ChristenUnie) in reactie op het kabinetsplan om de plantaardige keuringsdiensten te laten fuseren tot één ZBO Plant.
Een groot deel van de Kamer deelt de kritiek van Dik-Faber, bleek op 26 juni tijdens een debat in de Algemene Kamercomissie Wonen en Rijksdienst. Zo hield CDA’er Jaco Geurts een pleidooi voor het behoud van de afzonderlijke plantaardige keuringsinstellingen. Ook VVD en D66 hebben twijfels over samenvoeging van de keuringsdiensten.
’Kabinet haalt teugels aan’
Dik-Faber stelt dat het kabinet de teugels aanhaalt, terwijl er in de plantaardige sector geen problemen zijn die moeten worden opgelost. Ze vreest dat meer overheidsregie ertoe leidt dat de sector zelf minder te zeggen krijgt over de keuringstarieven. „We moeten daarnaast oppassen dat we niet de zorgvuldig opgebouwde goede naam van het NAK-label en de exportpositie van de Nederlandse plantaardige sector op het spel zetten door onnodige veranderingen door te voeren.” Evenals Geurts vindt Dik-Faber dat de verschillende keuringsdiensten in private handen moeten blijven. „We moeten de diensten zelf laten bekijken of er mogelijkheden zijn om de samenwerking te versterken.”
Keuringsdiensten kritisch
Ook de betrokken keuringsdiensten zelf zijn kritisch op het kabinetsplan. Zo zet Remy Broenink, secretaris van Naktuinbouw, vraagtekens bij het argument van het kabinet dat samenvoeging tot een efficiënter keuringsstelsel leidt. „Wij werken helemaal niet inefficiënt. Onze tarieven zijn gebaseerd op het principe ’kostenmaker is kostendrager’.” Naktuinbouw staat open voor veranderingen en verbeteringen, mits die volgens Broenink gebaseerd zijn op feiten en duidelijke doelstellingen. „We hebben nog veel vragen. Waar blijven bijvoorbeeld alle werkzaamheden die we naast de wettelijke keuringstaken uitvoeren, als er één groot ZBO Plant komt?”
