Power-to-gas, de technologie waarbij elektriciteit wordt omgezet in waterstof en synthetisch aardgas, is te duur om te gebruiken voor de opvang van pieken in vraag en aanbod van zonne- en windenergie.
Dat blijkt uit een studie die Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en partner DNV GL onlangs hebben uitgevoerd naar de mogelijke rol van power-to-gas in de toekomstige Nederlandse energievoorziening.
De technologie kan volgens ECN de komende decennia wel een belangrijke rol spelen in het terugdringen van de CO2-uitstoot en de overgang van fossiele brandstoffen naar wind- en zonne-energie. Voor enkel het opvangen van de pieken in vraag en aanbod van duurzame energiebronnen zijn de investeringskosten en kapitaallasten nog te hoog.
Schakeltechnologie
Aanleiding voor de studie is de grootschalige inzet op zonne- en windenergie. Die bronnen leveren doorgaans alleen elektriciteit. Omdat elektriciteit minder dan 20% van de totale energievraag omvat, en omdat niet alle energievraag kan worden geëlektrificeerd, is een schakeltechnologie nodig die van duurzame stroom een duurzame brandstof maakt. Via power-to-gas kan die omzetting tegen de laagste maatschappelijke kosten worden gemaakt, aldus de onderzoekers.
Bijmengen
Bij power-to-gas wordt via elektrolyse water omgezet in waterstof en zuurstof. Waterstof kan direct worden gebruikt in de industrie- of transportsector. Ook kan het bijgemengd worden in het aardgasnetwerk, maar daaraan zijn beperkingen. Als aan waterstof CO2 wordt toegevoegd – bijvoorbeeld uit biomassa – kan er synthetisch aardgas gemaakt worden dat onbeperkt in het aardgasnetwerk kan worden ingevoed. Nadeel is echter dat deze optie duurder is en dat er bij verbranding opnieuw CO2 vrijkomt.
