Schieland schaft vergunning af voor ondergrondse waterberging

Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft besloten dat er geen vergunning meer nodig is om hemelwater in de bodem te infiltreren.

In de regelgeving van het waterschap wordt vastgelegd dat een melding voortaan volstaat. In het gebied zijn ongeveer 100 glastuinbouwbedrijven die water infiltreren in de ondergrond. De meeste van deze installaties zijn aangelegd door B-E De Lier.

Het waterschap hanteert het principe dat bij infiltratie geen milieuvreemde stoffen in schone diepe bodemlagen terecht komen. De belangrijkste eis aan telers is dus, dat ze het hemelwater voor infiltratie gescheiden houden van de andere waterstromen op het bedrijf. „De meeste bedrijven voldoen daar al aan, maar enkelen zullen zich moeten aanpassen”, zegt Theo Cuijpers, beleidsadviseur waterkwaliteit.

Het besluit ligt nog enkele weken ter inzage bij het waterschap. Op dit moment hebben telers nog een vergunning nodig om hemelwater in de bodem te mogen infiltreren en weer op te pompen. Ook moeten ze tweemaal per jaar monsters nemen van het infiltratiewater. Die taak neemt het waterschap over. „We konden nooit nagaan of de watermonsters wel op de juiste manier genomen waren”, zegt Cuijpers. „In die zin waren de monsters onbetrouwbaar. Daarom gaat het waterschap nu zelf steekproefsgewijs monsters nemen.”

Het vervallen van de vergunningsplicht betekent minder administratieve rompslomp voor zowel het waterschap als de telers. Bovendien hoeven telers nu geen legeskosten meer te betalen voor de vergunning.

Het Hoogheemraadschap van Delfland houdt voorlopig vast aan de vergunningplicht. Dit waterschap heeft maar een beperkt aantal bedrijven (10-15) die water infiltreren in de bodem. Een vergunning kan hier meer maatwerk bieden. Bovendien vindt het waterschap de monstername een verantwoordelijkheid van de telers.