Een voormalig bestuurder van Baas Plantenservice moet ongeveer €2,1 miljoen terug betalen aan de boedel van het failliete bedrijf. Dit heeft de rechtbank in Den Haag vanmorgen bepaald in een voorlopig vonnis. Hierdoor worden mogelijk alle schuldeisers waaronder perkgoedtelers, boomkwekers en kamerplantentelers schadeloos gesteld.
De voormalig bestuurder moet het bedrag terugbetalen van het geld van holdings waar hij eigenaar van is en uit privégelden. De rechtbank die bestond uit drie rechters wezen de vordering van curator Guus Berntsen grotendeels toe.
Volgens Berntsen heeft de toenmalige bestuurder van Baas Plantenservice (Ad van de Wijdeven, red.) onrechtmatig en nalatig gehandeld. Dit werd in het voorlopig vonnis bevestigd door de rechters.
Van de Wijdeven had – terwijl de toekomst van Baas Plantenservice onzeker was omdat ze failliet dreigde te gaan – grote geldsommen overgeboekt naar holdings waar hij zelf eigenaar van was. Bovendien was er selectief uitgekeerd aan crediteuren. Eigen holdings die een vordering op Baas Plantenservice hadden kregen voorrang. Crediteuren waaronder perkgoedtelers en boomkwekers zouden hierdoor gedupeerd zijn. De curator vorderde daarom geld van de voormalige bestuurder – of de bv’s waar hij eigenaar van is – terug.
De rechters gaven in het tussenvonnis aan dat Ad van de Wijdeven pogingen had ondernemen om de continuïteit van Baas Plantenservice te waarborgen, zoals een goed ondernemer behoort te doen, maar dat het niet lukte. Volgens de rechters zijn er echter geen evidente kansen geweest om Baas Plantenservice te redden en daarom had Van de Wijdeven voorzichtiger moeten zijn met allerlei constructies zoals het overboeken van geld naar holdings waarvan hij zelf eigenaar was. Ze verordonneerde daarom Van de Wijdeven om €980.000,- terug te betalen.
Daarnaast was er nog een andere betaling van €850.000,- die de rechters niet deugdelijk achtte en die hij ook moet terug betalen. Tenslotte vonden de rechters ook dat Van de Wijdeven selectieve betalingen aan crediteuren heeft gedaan. Er werden betalingen gedaan aan nauwverwante bv’s terwijl andere schuldeisers onbetaald bleven.
In totaal liggen er volgens Berntsen 41 claims. 22 hiervan zijn van boomkwekers, perkgoedtelers en kamerplantentelers. Van de totale claim van €2,8 miljoen zijn kwekers goed voor €2,5 miljoen. Overige leveranciers eisen drie ton. Ook het UWV is met €500.000,- een belangrijke schuldeiser.
Berntsen wees er na afloop op dat er nog 8 ton in de boedel zat en dat er mogelijk nog geld uit de failliete boedel van afnemer Max Bahr/ Praktiker bij komt. Daardoor krijgen alle crediteuren mogelijk hun geld terug. De claims van crediteuren worden uiteraard nog wel getoetst. Bovendien kan het zijn dat het totale claimbedrag nog oploopt doordat er nog nieuwe claims worden ingediend nu dit tussenvonnis is uitgesproken.
De advocaat van Van de Wijdeven zag na het horen van het tussenvonnis af van een poging om een schikking te treffen met de curator.
In de hoogtijdagen draaide Baas Plantenservice een omzet van €100 miljoen. De omzet werd met name gerealiseerd met de in- en verkoop van perkgoed, boomkwekerijproducten en kamerplanten Handelaar Baas Plantenservice in Hazerswoude-Dorp ging in februari 2014 failliet nadat haar grootste – en zo ongeveer enige – klant Praktiker/Max Bahr omviel.
20 juni volgt het eindvonnis.
