Verwerking brijn te duur voor drinkwaterbedrijf Oasen

Het verwerken van brijn, de ingedikte zoutoplossing die overblijft na waterzuivering via omgekeerde osmose, tot een nuttige grondstof is voor drinkwaterbedrijf Oasen te duur. Ook zitten er technische haken en ogen aan deze oplossing, zo meldt het bedrijf.

TNO heeft onlangs onderzoek afgesloten naar de verwerking van brijn tot nuttige grondstoffen, zoals strooizout. Bij dat onderzoek waren naast Oasen ook Shell, GE, LTO en Friesland Campina betrokken.

Restwarmte industrie
Voor het verwerken van brijn tot strooizout is veel warmte nodig, bijvoorbeeld restwarmte van de industrie. Ook moet de benodigde apparatuur bestand zijn tegen het kristallisatieproces. Oasen zoekt nu naar alternatieven en bekijkt met de provincie Zuid-Holland wat de gevolgen zijn voor de bodem en het grondwater als brijn op grotere diepte dan de waterwinning wordt teruggepompt, waar het water van nature al zout is.

In Zuid-Holland mogen glastuinders die grondwater ontzilten via omgekeerde osmose het brijn nog tot juli 2022 terugpompen in de bodem. De geldigheidsduur van de benodigde ontheffingen daarvoor loopt tot aan die datum. Ook de glastuinbouw zoekt naar alternatieven voor brijnlozing.