Vogelstand daalt door neonicotinoïden

Vogelpopulaties in het boerenland ondervinden ernstige schade van neonicotinoïden. De gifstoffen doden zoveel insecten, dat de vogels te weinig te eten hebben en in aantal teruglopen, stellen Nijmeegse wetenschappers van de Radboud Universiteit in Nijmegen in tijdschrift Nature.

Voor hun onderzoek vergeleken Nijmeegse onderzoekers zeven jaar vogelwaarnemingen met meetgegevens over het neonicotinoïde imidacloprid in slootjes en andere wateren. Hoe meer gif er in het water zat, des te sneller nam het aantal insecten etende vogels af. In gebieden met een hogere concentratie imidacloprid dan twintig nanogram per liter in het slootwater daalde de populatie van de vijftien onderzochte vogelsoorten gemiddeld 3,5% per jaar. Enkele getroffen vogelsoorten zijn spreeuw, veldleeuwerik en boerenzwaluw.

Insecteneters
Het Centraal Bureau voor de Statistiek leverde gegevens over de veranderingen in landgebruik. Waterkwaliteitsmetingen kwamen van de waterschappen. Data van vijftien algemeen voorkomende insecteneters in de betreffende gebieden kwam van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Zij organiseert en analyseert vogeltellingen.
Imidacloprid is in 1995 in gebruik genomen in Nederland en sindsdien is het gebruik snel toegenomen. ,,Ook voor 1995 gingen veel vogels in het boerenland achteruit. Maar de ruimtelijke verschillen in achteruitgang die we hebben vastgesteld na de introductie van imidacloprid zien we niet terug in de tellingen van voor die tijd”, zegt Ruud Foppen van Sovon.

Roep om verbod
Vogelbescherming Nederland is geschrokken door het onderzoek en roept op haar site de politiek op per direct het middel imidacloprid te verbieden. Ook roept ze op andere middelen met neonicotinoïden op grond van het voorzorgsprincipe tijdelijk te verbieden tot onderzoek bewijst dat risico’s zijn uitgesloten.

Lees hier een Volkskrant-bericht over het onderzoek en de reactie van Vogelbescherming Nederland.