Als het kabinet besluit bloemen en planten over te brengen van het lage btw-tarief (6%) naar het hoge (21%) brengt dat grote schade toe aan de exportpositie van de Nederlandse sierteeltsector. Bloemen en planten worden daardoor onbetaalbaar voor de lage inkomensgroepen, zo stelt Lucas Vos, CEO van FloraHolland en directeur van de Vereniging van Bloemenveilingen in Nederland (VBN).
De mogelijke opbrengst voor de staat, afgezet tegen de schade die het zou opleveren voor de sector en het verlies aan arbeidsplaatsen, staan dan volgens Vos niet met elkaar in verhouding. FloraHolland en de VBN roepen de regering daarom op een verhoging van het btw-tarief op sierteeltproducten niet in overweging te nemen.
De organisaties wijzen daarbij op onderzoek van LEI Wageningen UR uit 2010 waaruit blijkt dat sierteeltproducten zeer prijselastisch zijn: hoe hoger de prijs, hoe sterker de vraag afneemt. Volgens het LEI zal een verhoging van het btw-tarief dan ook leiden tot een omzetdaling van de sector met minstens € 240 miljoen en een verlies van 5.220 directe arbeidsplaatsen.
’Verkeerd signaal’
Met een mogelijke verhoging van het btw-tarief zou Nederland volgens FloraHolland en de VBN bovendien een verkeerd signaal afgeven aan andere EU-Lidstaten. Ook de export zou dan worden geraakt met een nog rampzaliger scenario tot gevolg: minimaal € 450 miljoen omzetverlies en meer dan 9.100 arbeidsplaatsen gaan dan verloren. Daarbij is nog niet het verlies meegenomen aan indirecte arbeidsplaatsen en omzet, zoals bij toeleveranciers.
Spanje en Frankrijk
Nederland moet, volgens Vos, niet dezelfde fout maken als Frankrijk in 1991 en Spanje in 2012. Spanje verhoogde de btw-tarieven toen van 8% naar 21%. Voor sierteeltproducten verlaagde men dat tarief drie jaar later nadat in de sector een vraaguitval van 27% had plaatsgevonden, waardoor 30% van de bloemist-winkeliers zijn deuren moest sluiten. Frankrijk verhoogde het tarief van 5,5% naar 18,6%. Twee jaar later werd dat echter teruggedraaid omdat de netto omzet in die tijd enorm bleek gedaald en het aantal arbeidsplaatsen met 11.000 was teruggelopen naar 158.000.
