Warmterotonde is haalbaar, mits overheid bijspringt

De aanleg van het westelijk deel van de Warmterotonde – een netwerk waarop de Rotterdamse haven en in een later stadium ook geothermieprojecten uit de glastuinbouw (rest)warmte kunnen invoeden – is organisatorisch, technisch en financieel haalbaar, mits de overheid in de beginfase bijspringt en meebetaalt aan de in totaal € 450 miljoen kostende aanleg van het vereiste leidingennet.

Dat blijkt uit een haalbaarheidsstudie naar het westelijk deel van de Warmterotonde, het zogeheten Cluster West, dat de afgelopen maanden is uitgevoerd in opdracht van de gemeenten Delft, Den Haag, Rotterdam, Westland en de provincie Zuid-Holland.

Volgens de onderzoekers is het maatschappelijk belang van het project goed uitlegbaar omdat uit de studie naar voren komt dat Cluster West van de Warmterotonde in 2030 tot 60% CO2-reductie kan leiden bij de warmteafnemers, onder wie Westlandse glastuinders. Overheidsbijdragen zijn daarmee volgens de onderzoekers prima te verdedigen.

Investeringsbesluiten
De 27 partijen die bij de Warmterotonde zijn betrokken, hebben als doel te komen tot het duurzaam verwarmen van 1.000 ha glastuinbouw en 350.000 woningen in 2020. De helft van deze doelstelling kan worden bereikt met Cluster West, het deel van de warmterotonde dat het gebied Den Haag-Delft-Rotterdam-Westland bestrijkt. Voor het nemen van investeringsbesluiten is overigens nog veel vervolgonderzoek nodig.

De warmterotonde is een gezamenlijk netwerk voor duurzame warmte in Zuid-Holland dat vanaf 2018 operationeel zou moeten zijn. Begonnen wordt met restwarmte uit de Rotterdamse haven waarmee kassen in het Westland kunnen worden verwarmd en woonwijken in Den Haag en Delft. Op termijn zouden echter ook andere warmtebronnen op de rotonde moeten kunnen aansluiten, zoals aardwarmtebronnen en warmtebuffers van tuinders.