De diversiteit aan bestuivers, zoals bijen en wespen, wordt negatief beïnvloed door veranderingen in landgebruik. De verandering van grasland naar een dorp of stad blijkt minder negatief dan wanneer het in homogeen landbouwgrond verandert.
Dit blijkt uit onderzoek van onder meer Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur bij Naturalis in Leiden. Het onderzoek is gedaan in Groot-Brittannië en gepubliceerd in het wetenschapstijdschrift Proceedings B.
Het is een van de eerste studies waarin gekeken is naar de relatie tussen historische veranderingen in landgebruik en de verschuivingen in de samenstelling van bestuivers in een gebied. Er is gebruikgemaakt van gegevens over landgebruik in Engeland gedurende ruim tachtig jaar in combinatie met de gegevens van huidige veranderingen in de diversiteit van bijen en wespen.
Landbouwgewas bloeit kort
Zo blijkt dat de verandering van grasland naar een dorp of stad minder van invloed is op bestuivers dan de verandering naar landbouwgrond. In tuinen of parken groeien veel verschillende planten die in verschillende periodes bloeien. Hier kunnen bijen en wespen gedurende een lang seizoen gebruik van maken. In tegenstelling tot een landbouwgebied dat vaak een aantal hectare bedekt met een gewas dat maar tijdelijk beschikbaar is voor bestuivers door de korte bloeiperiode.