‘Investeren in festivaltuinen loont’

Consumenten begrijpen festivaltuinen vaak niet. Toch loont het de moeite om als tuinontwerper je nek uit te steken. Dat was vrijdag de conclusie van een van de rondetafeldiscussies op GrootGroenPlus in Zundert.

Volgens John Bijlsma van Visio Vireo Tuinen, die dit jaar mee deed aan het Tuinenfestival in Appeltern, kost deelname veel tijd en geld, maar levert het ook veel energie op. „Klanten vinden het geweldig, iedereen wil aansluiten bij succes.”

Connie Ettema van Ettema Tuininrichting, die een tuin met zevenblad in Appeltern aanlegde, zegt veel kritiek te krijgen, ook van vakgenoten. „Ik zie het als een kans om het gesprek aan te gaan over kwaliteit van planten, over cultivars en natuurlijke soorten.”

Solist
Arie van den Hout van Arie Tuinarchitectuur ziet zichzelf vooral als solist. „Ik trek mijn eigen plan en kijk niet naar concurrenten. Een tuin zoals ik die op Chaumont heb gemaakt is heel experimenteel. Dat probeer ik vervolgens te vertalen naar de particuliere tuin.”

Tom de Witte stelt dat hij geen tuinen maakt voor iedereen. „Soms krijg ik kritiek omdat ik planten gebruik die te veel aandacht nodig hebben, waardoor de tuin te arbeidsintensief wordt.”

Alle ontwerpers waren het erover eens dat deelname aan een tuinfestival zoals Chaumont of Appeltern een investering is waarvan je pas later weet of het die waard is geweest.

Vlnr Arie van den Hout (Arie Tuinarchitectuur), John Bijlsma (Visio Vireo Tuinen), discussieleiders Marcel Haarbosch en Emiel van den Berg, Tom de Witte (Ontwerpers van de buitenruimte) en Connie Ettema (Ettema Tuininrichting).