‘Meer contact bedrijven en opdrachtgevers bij aanbestedingen’

Groenbedrijven en opdrachtgevers moeten meer met elkaar in contact treden bij aanbestedingen. Daarvoor pleitte Stadswerk-voorzitter Jos Penninx, tevens burgemeester van Voorst, dinsdag tijdens de Groene Poortbijeenkomst in Den Haag.

Sinds de invoering van de nieuwe Aanbestedingswet worstelen zowel aanbestedende diensten als inschrijvers met de toepassing ervan. Penninx: „De huidige praktijk van aanbesteden in het groen wordt gekenmerkt door enorme juridisering en ‘georganiseerd wantrouwen’. Waar het aan ontbreekt, is openheid en lef.”

Penninx hield een pleidooi voor meer contact en vertrouwen tussen bedrijfsleven en opdrachtgevers. „Laat professionals met elkaar praten, niet de juristen.” Volgens de voorzitter zijn ondernemers geneigd hun kaarten voor zich te houden en dekken ambtenaren zich in. „We moeten toe naar vertrouwen. En dat begint met een goed gesprek.”

Transparantie
Aanbesteden op basis van EMVI-criteria kan volgens Penninx goed werken, zolang partijen maar blijven nadenken. „Ik heb in de praktijk ervaren dat het niet makkelijk is om een heldere vraag in de markt te zetten. Heldere doelen en transparantie over de weging en gunning zijn essentieel.”

Penninx besloot zijn betoog met een handreiking naar de ondernemers: „Er zijn volop kansen, als we goede samenwerking centraal stellen. De overheid is in beweging, laten we samen zoeken naar mogelijkheden om de groene kwaliteit de ruimte te geven, met burgerparticipatie en met handige EMVI-praktijken.”

Meer openheid
Anja Kanters, directeur van Donkergroen, stelde dat meer openheid een goede zaak is waar ook de maatschappij om vraagt. „Maar dan moet de overheid daar ook aan deelnemen. De informatie over de uitslag van een aanbesteding bijvoorbeeld, dat kan echt veel beter.”

Ook het toezicht op de uitvoering van het werk door de opdrachtgever laat te wensen over, zo stelde Olaf Janssen van BTL. Zo komt het voor dat de op papier beloofde kwaliteit niet wordt gerealiseerd. Penninx herkende dat, maar kaatste de bal terug: „Als je ziet dat een collega ondermaats presteert, mag je elkaar daar op aanspreken. Als branche moet je je eigen nest schoonhouden.”