Hoe hou je jongens van een jaar of 18 bij de les? Die vraag houdt me al een paar dagen bezig. Het Wellantcollege heeft mij gevraagd om een middag plantenkennis te geven. Nou vind ik het altijd leuk om kennis te delen dus zeg ik ja voor ik er erg in heb. Maar ik begin hem toch wel te knijpen…
„Je moet die gasten een beetje uitdagen.” Joep, mijn zoon kan het weten. Heeft net drie jaar BBL achter de rug. „Als je zegt dat planten niet mooi zijn, alleen vrouwen, dan heb je ze. En vervolgens laat je ze planten combineren…” Ik staar hem met open mond aan. Dit is wat ik zocht. Soms heeft die jongen van mij nog weleens een goed idee. Soms.
Met een auto vol planten kom ik aan bij de school. Op een troosteloos parkeerterrein staan een paar noodlokalen bij elkaar met een hoog hek eromheen. En dit moet een tuinbouwschool heten. Ze moesten zich diep schamen. Een beetje nerveus wacht ik de leerlingen in het leslokaal op.
Een voor een komen boomlange jongens met zilveren halskettingen om de klas binnen en lopen me bijna omver. Ik verman me, begroet ze, en dat geeft me de kans om ze even recht in de ogen te kijken. Vriendelijke jongensogen. Ik begin en poneer mijn stelling. Gelach alom. Ik heb ze. „Het gaat niet om de planten, het gaat om de combinaties!” gooi ik er nog een schepje bovenop. Het gelach verstomd. Hier moeten ze even over nadenken.
Even later is iedereen alweer druk in de weer. Met de planten maken de jongens in veenmankisten heuse composities. De planten vliegen door de lucht. In no time is de klas een enorme bende. Overal grond en planten. Maar ze zijn bezig. Godzijdank. Mag ook wel, want het zweet staat me op de rug. Onwillekeurig moet ik er wel om lachen. Grond en planten. Wat wil je nog meer op een hoveniersopleiding. Ik maak een foto voor thuis. Missie geslaagd.
Eindelijk heeft iedereen zijn tuintje af. Trots zitten de grootste schreeuwers naast hun veenmankist. Weer moet ik onwillekeurig glimlachen. Moet je ze nou eens zien zitten. Van mij geen kwaad woord meer over de jeugd. ’s Avonds laat ik thuis de foto zien. Inderdaad, planten zijn niet mooi, geef mij maar zo’n groep jonge hoveniers.
