Onvoldoende kennis over gebruik vitale tuinen

De kwaliteit van vitale tuinen is niet overal hetzelfde omdat deze vaak worden aangelegd door niet-gespecialiseerde bedrijven. Dat staat in het afstudeeronderzoek ‘De vitale tuin; De optimale vitale tuin, een illusie of een streven?’ van Bob Pruijssers in opdracht van CAH Vilentum Almere.

De vergrijzing neemt toe en gezond en vitaal ouder worden is een van de grotere uitdagingen in onze samenleving. Groene omgevingen kunnen hier aan bijdragen en de kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen verbeteren. Om die reden neemt het aantal tuinen bij zorginstellingen voor mensen met dementie toe. Het ontbreekt echter in de praktijk aan informatie hoe deze tuinen worden gebruikt en hoe deze vervolgens geoptimaliseerd kunnen worden.

In opdracht van het Kenniscentrum ‘Groene en Vitale Stad’ van hogeschool CAH Vilentum Almere en onder begeleiding van CAH-docent Dinand Ekkel en omgevingspsychologe Jolanda Maas deed Bob Pruijssers, afstudeerstudent Landscape and Environment Management, hier onderzoek naar. Uit zijn onderzoek blijkt dat de tuinen wel het label helende omgeving mee krijgen, en daarmee als vitale tuin worden aangemerkt, maar dat de kwaliteit uiteenloopt. Er wordt te weinig gebruikt van gespecialiseerde bedrijven waardoor de tuinen niet optimaal, passend bij de specifieke doelgroep en doelen, functioneren.

Advies
Het onderzoek heeft advies opgeleverd dat gericht is op de organisatorische en de ontwerptechnische uitgangspunten voor een succesvolle vitale tuin. Wanneer een tuin aangelegd wordt dan moet deze eigenlijk direct meegenomen worden in het dagelijkse leefschema binnen de instelling. Het is daarvoor verstandig veel aandacht te geven aan het voorlichten van de medewerkers over wat de voordelen van de tuin zijn en hoe zij deze kunnen inzetten voor het welbevinden van de ouderen.

Elke vitale tuin zou moeten voldoen aan bepaalde ontwerpbasisvoorwaarden zoals het creëren van plekken die ruimte geven aan ontmoeting, plezier, ontspannen, biodiversiteit, natuur, festiviteiten en cultuurhistorie, maar die ook een geheel vormt. Daarnaast dient de tuin veilig te zijn voor de gebruikers. Behalve deze principes kijk je naar wat de doelgroep meer specifiek nodig heeft in de tuin. Een ander belangrijk punt dat Pruissers voorstelt, is het betrekken van zowel het personeel als de bewoners bij het ontwerp van de tuin.