Stadslandbouw draagt bij aan gezondheid

Buurtmoestuinen kunnen bijdragen aan de gezondheid van de betrokken burgers en de kwaliteit van de leefomgeving. Dat blijkt uit literatuuronderzoek van het RIVM.

Bewoners van steden gebruiken steeds vaker braakliggende gronden om er met buurtgenoten groenten en fruit te verbouwen. Uit de bestudeerde (internationale) onderzoeken blijkt dat niet-commerciële buurmoestuinen, net als de traditionele volkstuinen, kunnen bijdragen aan de gezondheid en het welbevinden. De moestuin nodigt uit tot meer bewegen en tot een gezonder eetpatroon met groenten en fruit. Ook zijn er aanwijzingen dat stress afneemt en dat de sociale contacten in de buurt toenemen, vooral bij ouderen. Stadslandbouw biedt burgers de mogelijkheid hun eigen leven en woonomgeving te verbeteren.

Wat de effecten zijn op het aantal geweldsmisdrijven, betrokkenheid van minderheden en kwetsbare groepen en op de verbetering van de ecologische en fysieke kwaliteit van de omgeving is minder onderzocht. Bij het toedichten van gezondheidswinst van de buurtmoestuinen moeten wel de risico’s door eventuele bodem- en luchtverontreiniging tot een minimum zijn beperkt.

Verbinding
Buurtmoestuinen sluiten aan bij de trend om in steden meer groen en parken aan te leggen. Vanwege de verbinding tussen gezondheid en leefomgeving zou stadslandbouw door gemeenten ingezet kunnen worden voor vraagstukken als gezond ouder worden en gezonde voeding voor kinderen, in combinatie met ecologische thema’s als natuurbescherming en biodiversiteit.

Onderzoek
De bevindingen uit het onderzoek Healthy Urban Gardening van het RIVM worden onder andere gebruikt voor onderzoek naar moestuinen in verschillende Europese landen. In het onderzoek worden indicatoren gegeven die gebruikt kunnen worden bij het meten van gezondheidseffecten. Dit moet dan wel op eenzelfde wijze gebeuren om de resultaten internationaal te kunnen vergelijken en duidelijk te krijgen of buurtmoestuinen daadwerkelijk effect opleveren.