Over hoe Kafka Canada heeft ontdekt

Het was me het dagje wel. Normaal duurt een dag 24 uur. Maar afgelopen zondag duurde zes uur langer. En we hebben op een paar nachtelijke uurtjes na iedere minuut van onze missie in Canada benut. Koud uit het vliegtuig legden we de eerste bedrijfsbezoeken af. En wat voor bezoeken. Ik kan er twee boeken over schrijven.

‘No time to waste, i got to move with haste.’ Welke band zong dat ook al weer in 1994? Kom er even niet op. Ik moest er vandaag aan denken toen we na een vlucht van zeven en een half uur aankwamen in Toronto en na een korte tussenstop in het hotel in Grimsby naar Dutch Flower House van Jaap Staalduinen reden in Niagara on the Lake. We hadden natuurlijk bij het zwembad kunnen gaan liggen, de Niagara Falls kunnen bezoeken of kunnen gaan shoppen in Toronto.

Nee, we waren gretig, gedreven als we zijn om onze missie te volbrengen. En als je dan in het buitenland bent, ver weg van huis, kun je maar beter bezig zijn. Ik weet nog goed dat toen ik eerder in Ontario was – ik was 7 – ik heimwee had. Naar mijn kamertje en mijn AZ-spullen of zoiets. Dan knal je liever met een hoog ADHD-gehalte door een weekje weg heen. Afleiding genoeg.

Knallen werd het. Op weg naar Jaap Staalduinen twijfelden we een beetje. Eenmaal geland vernamen we de uitslag van Ajax tegen Feyenoord. Was Jaap nu voor Ajax of Feyenoord? Niemand die het wist. Gelukkig had onze gids en Canadese tuinder Otto Bulk een artikel bij zich dat voor de kerst in het Vakblad verscheen. Daarin deed Jaap uit de doeken dat hij voor de Amsterdammers was. Zijn broers waren voor die andere club.

Kortom, we konden onze tocht met gerust hart voorzetten en Jaap en Paulien ontvingen ons met open armen. Het had wel 5-0 moeten zijn, bromde hij nog, en zijn broers bleven opvallend rustig op de app die middag. Maar Jaap was toch blij ons te zien en praatte met groot enthousiasme over zijn bedrijf. Ooit had de oud vertegenwoordiger van Brinkman zijn kennis over de kuipplantenteelt in Nederland opgeduikeld en nu wilde hij met alle liefde wat kennis teruggeven.

Opvallend is dat hij op zijn 60-ste gaat bijbouwen, omdat de vraag nu eenmaal al een aantal jaren groter is dan het aanbod. Daarnaast gloort er opvolging aan de horizon. Zijn schoonzoon. Ondanks de areaaluitbreiding gaat Jaap rustiger aan doen. Onder meer transportbanden en automatisch snoeien moeten hem werk uit handen nemen.

Hij begon in 1999 klein – een paar kappen – en het eerste jaar werd de helft van de planten niet verkocht, omdat hij er geen afzetkanalen voor had. Het enthousiasme van de handel voor zijn kuipplanten deed hem doorzetten. Op een dip tijdens de crisisjaren na ging het crescendo.

Of je vandaag de dag nog op kleine schaal nog zo kunt pionieren in Canada, vroeg ik hem. In eerste instantie zei hij volmondig ‘natuurlijk, waarom niet’. Maar daarna gaf hij aan dat de regelgeving hem grote ergernissen bezorgen. De aanvraag van de bouwvergunning voor zijn nieuwe kas verloopt stroperig en ook op gebied van milieu worden eisen strenger. Hij schetste een Kafkaësk tafereel. Over ambtenaren in kantoren die zijn bedrijf nog nooit hebben bezocht, maar zich vrij voelen allerlei vreemde beslissingen te nemen.

Daarna togen we naar Sjef en Marloes van der Berg van Timbereno Flowers. Azalea en Gardenia telen zij. Wat een verhaal, vertelde de voormalige teeltvoorlichter. Ik stuiter er nog van. Het begon in Canada voor hem in oktober 2001 met de koop van een bedrijf van 2ha dat draaide als een tierelier.

Het was ook de tijd van de aanslag op de Twin Towers, de oorlog van Bush in het Midden-Oosten en in de loop van 2003, 2004 viel de handel van zijn planten naar de VS compleet stil. Zijn belangrijkste klant ging daardoor failliet en zo ging Van der Berg ook failliet.

Dankzij twee Macedonische zwagers – Boris en Jimmy – kon hij het bedrijf terug huren voor weinig. Door hun zoons nam hij er echter weer afscheid van. In 2014 werd het warenhuis ook nog eens getroffen door een ijsstorm. Uiteindelijk startte hij in 2016 een nieuw bedrijf. Met behulp van de bank en de verzekering. Low budget. Het gaat nu goed, maar hij – Sjef is 60 – moet nog wel een tijdje.

Een mooi en bij vlagen dramatisch verhaal dat nog veel meer details kent. Ik bewaar ze. Nu eerst even rusten, want morgen bewegen we ons ongetwijfeld weer met grote haast. Oh ja, dat nummer was van T-Spoon. En met die heimwee zal het ook wel meevallen, deze keer. ’s Avonds, als het hier flink afkoelt, trek ik mijn AZ-muts over mijn hoofd.