Tante Jo

    Tante Jo is dood. Via WhatsApp stuurt mijn moeder het bericht. „Verdrietig maar dankbaar dat zij zoveel jaren bij ons was…”

    Vier kinderen, negen kleinkinderen, vier achterkleinkinderen. Ja, geheel in de katholieke traditie liet tante Jo er geen gras over groeien.

    Sinds mijn vader is overleden vergezellen mijn broers en ik, om beurten, mijn moeder bij dit soort gelegenheden. Deze keer ben ik de pineut. Maar ik heb niks met tante Jo. Niks positiefs, niks negatiefs. Ik geloof niet dat ik ooit een gesprek met haar gevoerd heb. Ze was er gewoon.

    Toch rijd ik samen met mijn moeder naar haar begrafenis in het dorp van mijn jeugd. Een vertrouwd gevoel overvalt me. Gearmd lopen we de kerk in. Ze knijpt me even in de arm. Het doet haar ook wat.

    Na de mis is er koffie in het parochiehuis naast de kerk. De lagere school is er niet meer, maar het pleintje waar we voetbalden nog wel. Er staan nu auto’s. Was het echt zo klein?
    En ineens ben ik er weer. Ik hoor het geluid van de krijsende jongens. De meisjes spelen onder de kastanjebomen. Ben ik het die dit beleeft, of is het dat kleine jongetje van een jaar of acht?

    Ik kijk om me heen en zie de school met de tuinmuur van betonnen mozaïekstenen, het plantsoen waar we verstoppertje spelen, de grote populieren langs de straat naar zee.
    Was ik me toen al zo bewust van mijn omgeving? Of is het de projectie van nu? Dat moet toch bijna wel.

    Ruw word ik uit mijn gepeins gehaald. Het is een neef die vertelt hoe tante Jo mij ooit de luiers verschoonde.

    Dus toch. Die tante Jo.

    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties